Samenvattend geeft de begroting het volgende beeld:
Financiële samenvatting (x € 1.000) | Begroting 2025 | Begroting 2026 | Begroting 2027 | Begroting 2028 | Begroting 2029 |
---|---|---|---|---|---|
Baten programma: |
|
|
|
|
|
Duurzame Transformatie |
11.642 |
8.864 |
9.162 |
9.251 |
9.324 |
Sociale Kracht |
20.545 |
15.516 |
10.223 |
10.127 |
10.127 |
Leefbare Ruimte |
5.041 |
6.306 |
6.828 |
7.768 |
7.001 |
Vitaal Ondernemen |
1.266 |
723 |
738 |
754 |
746 |
Meewerkend Bestuur |
93.345 |
94.219 |
95.826 |
95.774 |
98.210 |
Totaal baten |
131.839 |
125.628 |
122.777 |
123.673 |
125.408 |
Lasten programma: |
|
|
|
|
|
Duurzame Transformatie |
16.024 |
12.602 |
12.898 |
12.651 |
12.800 |
Sociale Kracht |
69.179 |
64.279 |
57.761 |
57.097 |
56.893 |
Leefbare Ruimte |
26.663 |
27.484 |
27.309 |
28.482 |
28.606 |
Vitaal Ondernemen |
7.867 |
7.843 |
7.848 |
7.918 |
8.188 |
Meewerkend Bestuur |
14.324 |
13.471 |
15.390 |
16.894 |
18.850 |
Totaal lasten |
134.057 |
125.678 |
121.205 |
123.041 |
125.337 |
Saldo van baten en lasten |
-2.218 |
-49 |
1.572 |
632 |
71 |
Mutaties reserves programma: |
|
|
|
|
|
Duurzame Transformatie |
400 |
400 |
268 |
|
|
Sociale Kracht |
1.345 |
525 |
509 |
-47 |
-47 |
Leefbare Ruimte |
6 |
-772 |
-1.678 |
17 |
-480 |
Vitaal Ondernemen |
136 |
41 |
38 |
110 |
110 |
Meewerkend Bestuur |
1.161 |
1.176 |
358 |
10 |
803 |
Mutaties reserves |
3.048 |
1.370 |
-505 |
89 |
386 |
Begrotingssaldo |
830 |
1.321 |
1.066 |
721 |
457 |
af: Saldo incidentele baten en lasten |
-314 |
1.028 |
251 |
138 |
0 |
Structureel en reëel begrotingsbeeld |
1.144 |
293 |
816 |
584 |
457 |
Uitgangspunten begroting
De begroting 2026-2029 is opgesteld op basis van de uitgangspunten zoals vastgesteld in de Kadernota 2026. Deze uitgangspunten zijn in deze begroting opgenomen in het hoofdstuk Financiën (Uitgangspunten en grondslagen begroting 2026 en meerjarenramingen 2027-2029). Samengevat is dit:
-
Ontwikkeling loonkosten
De loonkosten zijn doorgerekend in lijn met de huidige cao gemeenten. Deze cao heeft een looptijd tot 1 april 2027. Vanaf 2027 gaan we uit van een jaarlijkse trendmatige indexering van 2,75%. -
Inflatie (exploitatie)budgetten
De budgetten worden jaarlijks aangepast op basis van de verwachte ontwikkeling van de inflatie. De inschatting van de inflatie baseren we op het percentage zoals meegenomen in de septembercirculaire van het afgelopen jaar (‘netto materiële overheidsconsumptie’). Wij nemen deze geprognosticeerde inflatie over voor de eerste twee jaren (2025 en 2026). De opvolgende jaren baseren wij op het 20 jaar gemiddelde percentage (2%), waarmee wij stabiliteit ontwikkelen binnen onze financiën.
-
Inflatiecorrectie belastingen en tarieven
Voor de inflatiecorrectie voor belastingen en tarieven hanteren we een gewogen percentage. Deze bestaat uit 1/3 prijsmutatie budgetten en 2/3 voor overige ontwikkeling loonkosten. De index voor 2026 is 2.9%. -
Rente
De renteontwikkeling is gebaseerd op de actuele ontwikkelingen op de geld- en kapitaalmarkt. Op basis van onze liquiditeitspositie zijn de gevolgen voor onze begroting nihil. Wel is in de begroting budget opgenomen voor rentekosten omdat we verwachten dat vanaf 2028 aanvullende financiering nodig is vanuit de kapitaalmarkt. -
Omslagrente kapitaallasten en grondexploitatie
De rekenrente die we als kapitaallasten toerekenen voor de gerealiseerde investeringen en grondexploitatie is gebaseerd op de werkelijke rentekosten en onze vermogenspositie. Het percentage voor de begroting 2026 en volgende jaren is gebaseerd op de realisatie 2024 en is berekend op 0,64%. - De begroting is verder gebaseerd op de mutaties zoals meegenomen met de op 3 juli 2025 vastgestelde Eerste bestuursrapportage 2025 en Kadernota 2026. Daarnaast zijn de gevolgen van de meicirculaire 2025 verwerkt in de begroting.
Sluitende meerjarenbegroting
In de voorbereiding op deze begroting zijn we geconfronteerd met financiële tegenvallers, waarbij we rekening houdend met diverse autonome ontwikkelingen uit zouden komen op een begroting met structurele tekorten. In de Kadernota 2026 zijn daarom in combinatie met op te nemen nieuwe en autonome ontwikkelingen diverse maatregelen in de begroting verwerkt. Hiermee is het gelukt om in overeenstemming met de uitgangspunten vanuit het beleidsakkoord een sluitende meerjarenbegroting op te stellen.
Provinciaal toezicht
De provincie beoordeelt onze begroting en toetst hierbij of de begroting structureel en reëel in evenwicht is. Om te beoordelen of de structurele lasten in de begroting worden gedekt door structurele baten wordt het begrotingssaldo gecorrigeerd met de incidentele baten en lasten. Hieruit volgt het structureel en reëel begrotingsbeeld. Zoals blijkt uit de Financiële samenvatting is conclusie dat onze begroting zowel voor het begrotingsjaar 2026 als het structurele begrotingsjaar 2029 voldoet aan deze toets.
Weerstandsvermogen
Het weerstandsvermogen is voor deze begroting bepaald op 3,9. We streven naar een minimale norm van 1,0 en dus kan worden geconcludeerd dat ons weerstandsvermogen voldoende is.
Het weerstandsvermogen geeft aan of en in welke mate we in staat zijn om risico's met financieel gevolg op te vangen vanuit de bestaande weerstandscapaciteit. Voor een uitgebreide toelichting hierop verwijzen we u naar de paragraaf 'Weerstandsvermogen en risicobeheersing'.