Ga naar de inhoud van deze pagina.
Begroting 2026 Gemeente Sint-Michielsgestel v2

Financiële samenvatting

Samenvattend geeft de begroting het volgende beeld:

Financiële samenvatting (x €1.000)

Begroting 2025

Begroting 2026

Begroting 2027

Begroting 2028

Begroting 2029

Baten programma:






Duurzaamheid

11.565

7.054

7.187

7.249

7.515

Meedoen

7.974

7.421

4.835

4.835

4.835

Leefomgeving

6.196

4.527

2.673

2.636

2.650

Ontspanning en Economie

1.730

733

646

649

626

Ruimtegevend bestuur

67.273

68.897

70.236

70.463

72.532

Totaal baten

94.737

88.632

85.575

85.833

88.158

Lasten programma:






Duurzaamheid

14.025

9.241

9.349

9.350

9.674

Meedoen

40.534

39.354

35.881

35.379

35.231

Leefomgeving

24.789

21.245

19.838

20.115

20.318

Ontspanning en Economie

7.380

7.160

7.069

7.223

7.357

Ruimtegevend bestuur

10.923

11.485

12.366

13.695

15.234

Totaal lasten

97.651

88.486

84.503

85.761

87.814

Saldo van baten en lasten

-2.915

147

1.072

72

344

Mutaties reserves programma:






Duurzaamheid

142

111




Meedoen

1.952

397

367



Leefomgeving

1.567

191

143

295

-157

Ontspanning en Economie

-777

271

230

227

194

Ruimtegevend bestuur

31

-518


289

245

Mutaties reserves

2.915

452

741

811

282

Begrotingssaldo

0

599

1.813

883

626

af: Saldo incidentele baten en lasten

1.921

43

112

-16


Structureel en reëel begrotingsbeeld

-1.921

556

1.701

899

626

Uitgangspunten begroting
De begroting 2026-2029 is opgesteld op basis van de uitgangspunten zoals vastgesteld in de Voorjaarsnota 2025. Deze uitgangspunten zijn in deze begroting opgenomen in het hoofdstuk Financiën (Uitgangspunten en grondslagen begroting 2026 en meerjarenramingen 2027-2029). Samengevat is dit:

  • Ontwikkeling loonkosten
    De loonkosten zijn doorgerekend in lijn met de huidige cao gemeenten. Deze cao heeft een looptijd tot 1 april 2027. Vanaf 2027 gaan we uit van een jaarlijkse trendmatige indexering van 2,75%.
  • Inflatie (exploitatie)budgetten
    De budgetten worden jaarlijks aangepast op basis van de verwachte ontwikkeling van de inflatie. De inschatting van de inflatie baseren we op het percentage zoals meegenomen in de septembercirculaire van het afgelopen jaar (‘netto materiële overheidsconsumptie’). Wij nemen deze geprognosticeerde inflatie over voor de eerste twee jaren (2025 en 2026). De opvolgende jaren baseren wij op het 20 jaar gemiddelde percentage (2%), waarmee wij stabiliteit ontwikkelen binnen onze financiën.
  • Inflatiecorrectie belastingen en tarieven
    Voor de inflatiecorrectie voor belastingen en tarieven hanteren we een gewogen percentage. Deze bestaat uit 1/3 prijsmutatie budgetten en 2/3 voor overige ontwikkeling loonkosten. De index voor 2026 is 2,9%.
  • Rente
    De renteontwikkeling is gebaseerd op de actuele ontwikkelingen op de geld- en kapitaalmarkt. Op basis van onze liquiditeitspositie zijn de gevolgen voor onze begroting nihil. Wel is in de begroting budget opgenomen voor rentekosten omdat we verwachten dat vanaf 2028 aanvullende financiering nodig is vanuit de kapitaalmarkt.
  • Omslagrente kapitaallasten en grondexploitatie
    De rekenrente die we als kapitaallasten toerekenen voor de gerealiseerde investeringen en grondexploitatie is gebaseerd op de werkelijke rentekosten en onze vermogenspositie. Het percentage voor de begroting 2026 en volgende jaren is gebaseerd op de realisatie 2024 en is berekend op 1,56%.

De begroting is verder gebaseerd op de mutaties zoals meegenomen met de op 3 juli 2025 vastgestelde Voorjaarsnota 2025-2029. Daarbij zijn ook de gevolgen van de meicirculaire 2025 verwerkt in de begroting.

Sluitende meerjarenbegroting
Het begrotingssaldo na vaststelling van de Najaarsnota 2024 gaf voor alle begrotingsjaren een negatief begrotingsbeeld. Daarbij gaven wij aan dat er ook nog budget nodig is voor aangekondigde majeure ontwikkelingen en voor overige autonome ontwikkelingen. Om te voorkomen dat we hierdoor structureel rode cijfers blijven schrijven, waarbij we onder financieel toezicht van de provincie zouden komen te staan is als voorbereiding op deze begroting gewerkt aan een ravijnstrategie met bijbehorende maatregelen. In de Voorjaarsnota 2025-2029 is dit concreet uitgewerkt. Hiermee is het gelukt om in overeenstemming met de uitgangspunten vanuit het bestuursakkoord een sluitende meerjarenbegroting op te stellen.

Provinciaal toezicht
De provincie beoordeelt onze begroting en toetst hierbij of de begroting structureel en reëel in evenwicht is. Om te beoordelen of de structurele lasten in de begroting worden gedekt door structurele baten wordt het begrotingssaldo gecorrigeerd met de incidentele baten en lasten. Hieruit volgt het structureel en reëel begrotingsbeeld. Zoals blijkt uit de Financiële samenvatting is conclusie dat onze begroting zowel voor het begrotingsjaar 2026 als het structurele begrotingsjaar 2029 voldoet aan deze toets.

Weerstandsvermogen
Het weerstandsvermogen is voor deze begroting bepaald op 1,5. We streven naar een minimale norm van 1,0 en dus kan worden geconcludeerd dat ons weerstandsvermogen voldoende is.

Het weerstandsvermogen geeft aan of en in welke mate we in staat zijn om risico's met financieel gevolg op te vangen vanuit de bestaande weerstandscapaciteit. Voor een uitgebreide toelichting hierop verwijzen we u naar de paragraaf 'Weerstandsvermogen en risicobeheersing'.