Het weerstandsvermogen bestaat uit:
- de benodigde weerstandscapaciteit = het totaal van de risico’s en kansen op basis van een inschatting van kans en impact.
- de beschikbare weerstandscapaciteit = de financiële middelen om de risico’s te dekken.
De beschikbare weerstandscapaciteit is als volgt berekend:
Beschikbare weerstandscapaciteit (x € 1.000) | Bedrag (x 1000) |
---|---|
Algemene risico reserve per 1 januari 2026 |
€ 7.686 |
Stille reserves |
€ 0 |
Begrotingssaldo begroting 2026 |
€ 599 |
Totaal beschikbare weerstandscapaciteit |
€ 8.285 |
Conform bestaand beleid wordt de onbenutte belastingcapaciteit niet meegenomen bij de bepaling van beschikbare weerstandscapaciteit. Op het moment dat een beroep wordt gedaan op extra financiële ondersteuning uit het gemeentefonds, wordt van de gemeente verwacht dat deze capaciteit ook daadwerkelijk wordt benut.
De ratio weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen de risico’s die we lopen (de benodigde weerstandscapaciteit) en de financiële middelen die we hebben om de risico’s te dekken (de beschikbare weerstandscapaciteit). De gemeente streeft naar een minimale ratio van 1,0 (raadsbesluit bij notitie Risicomanagement & weerstandsvermogen).
Het ratio weerstandsvermogen is als volgt berekend:
Ratio weerstandsvermogen (x € 1.000) | 1-1-2026 |
---|---|
Beschikbare weerstandscapaciteit |
8.285 |
Benodigde weerstandscapaciteit |
5.708 |
Ratio weerstandsvermogen |
1,5 |
Kwalificatie |
Voldoende |
Met een ratio van 1,5 voldoen we aan de vastgestelde norm.
Ten opzichte van de jaarrekening 2024 is de beschikbare weerstandcapaciteit nagenoeg gelijk gebleven. De benodigde weerstandscapaciteit is echter met 1,8 miljoen gestegen. Hiervoor zijn twee belangrijke oorzaken aan te wijzen: we wegen risico's met een structureel karakter zwaarder dan in het verleden en we hebben het risico dat de in de begroting opgenomen preventiemaatregelen onvoldoende effect sorteren toegevoegd.